De toonladder

sheetmusic

De theorie in vogelvlucht

Submenu

Er zijn twee systemen voor het benoemen van notennamen:

C   – D   – E   – F   –   G  – A –   B  – C
Do – Re – Mi – Fa – Sol – La – Si – Do

Het eerste systeem wordt o.a. in Nederland en Duitsland gebruikt.
Het tweede systeem wordt o.a. in België en Frankrijk gebruikt.
Bovenstaande kun je ook gebruiken om te vertalen, want C = Do, D = Re enz.
Indien je muziekles van ons volgt (in Nederland) leer je het eerste systeem, tenzij je vroeger al het tweede systeem hebt geleert, dan is dat uiteraard handiger om mee verder te gaan.

We noemen bovenstaande reeks een toonladder die verder kan doorlopen naar boven of beneden.
Van links naar rechts een letter hoger is steeds een toon hoger.  
Van rechts naar links een letter lager is steeds een toon lager. 
Alle muziek is gebaseerd op een of andere toonladder.
Een toonladder kan beginnen op elke willekeurige begintoon, die dan tevens de naam van de toonladder vormt.
Bovenstaande twee systemen zijn eigenlijk de toonladder van C of Do.


Het eerste systeem (het “ABC”) is het gemakkelijkste te leren aangezien het begin hetzelfde is als het gewone alfabet. Misschien had je het nog niet in de gaten, maar het alfabet van de notennamen is volgens het eerste systeem namelijk A B C D E F G, waar na iedere G opnieuw de A volgt (en niet H).   De toonladder van A gaat precies volgens het alfabet (A t/m G), en eindigd weer op A.
Hierboven hadden we echter gekozen voor de toonladder van C aangezien C = Do, D = Re enz. (voor de vertaling tussen de twee systemen, zie beneden).  

De toonladder van A is echter precies het alfabet van de notennamen:
ABCDEFGA

Kan je dit alfabet van de notennamen ook achterstevoren opzeggen, voor als je bv. de toonladder van A omlaag moet spelen oftewel je steeds een toon lager gaat ?  (van buiten leren)
AGFEDCBA


Bij het tweede systeem (het “Do Re Mi”) is het alfabet van de notennamen dus Do Re Mi Fa Sol La Si, waar na elke Si opnieuw de Do volgt.  De toonladder van Do / C gaat precies volgens dit alfabet en eindigt weer op Do.  Ook dit alfabet moet je gewoon van buiten leren.  

De toonladder van Do / het alfabet van de notennamen:
Do – Re – Mi – Fa – Sol – La – Si – Do

Kan je dit alfabet van de notennamen ook achterstevoren opzeggen, voor als je steeds een toon lager moet / bv. de toonladder van Do omlaag speelt ?  (van buiten leren)
DoSiLaSolFaMiReDo

Een toonladder begint en eindigd altijd op dezelfde notennaam, tevens de naam van de betreffende toonladder. Maar de eindtoon van een toonladder is precies acht opeenvolgende tonen hoger dan de begintoon, we noemen deze afstand een octaaf.  

We zullen vanaf nu op deze pagina beide benamingen gaan gebruiken (bv. C / Do) dus kies het systeem van notennamen dat voor jou van toepassing is.

Voor het vertalen tussen de twee systemen kun je het volgende gebruiken: 

A=La, B=Si, C=Do, D=Re, E=Mi, F=Fa, G=Sol, A=La

Do=C, Re=D, Mi=E, Fa=F, Sol=G, La=A, Si=B, Do=C

Op deze manier leer je beide systemen naast elkaar te gebruiken wat in de praktijk erg handig.


Er zijn twee verschillende soorten families van toonladders.  
Namelijk de grote terts of majeur toonladder en de kleine terts of mineur toonladder.

Een grote terts toonladder of majeur toonladder klinkt vrolijk.
Een kleine terts toonladder of mineur toonladder klinkt droevig (mineur).

De toonladder van C / Do is de basis of blueprint voor de grote terts of majeur toonladder.
De toonladder van A / La is de basis of blueprint voor kleine terts of mineur toonladder.

Beide toonladders hebben namelijk geen voortekens (geen kruisen # of mollen).

Grote tertstoonladder of Majeur ladder:  
C groot, C Majeur, Do groot, Do Majeur:
C – D – E – F – G – A – B – C
Do – Re – Mi – Fa – Sol – La – Si – Do

Kleine tertstoonladder of mineur ladder:  
a klein, a mineur, la klein, la mineur:
a – b – c – d – e – f – g – a
la – si – do – re – mi – fa – sol – la

Ondanks dat er bij de toonladder van C / Do groot of majeur geen kruisen (verhogingen) of mollen (verlagingen) in deze toonladder zitten, zitten er wel degelijk hele en halve afstanden tussen bepaalde tonen.  Datzelfde geldt ook voor de toonladder van a / la klein of mineur.

Er zijn hele en halve toonsafstanden tussen twee opeenvolgende tonen van de toonladder mogelijk.
Een hele afstand is uiteraard twee keer zo groot als een halve afstand, houd hier rekening mee bij het stemmen !
Er zit standaard een halve toonsafstand tussen de tonen E – F / Mi – Fa en tussen B – C / Si – Do.
Tussen alle andere tonen van de toonladder zit een hele toonsafstand.

Een hele toonsafstand bestaat dus uit twee halve tonen.  Tussen iedere hele toonsafstand past nog een toon, een verhoogde toon die een halve toon hoger is dan de normale toon.
Deze verhoogde toon duiden we aan met een # (kruis).

Een grote tertstoonladder (groot) of majeur ladder heeft de halve afstanden altijd zitten tussen de 3e en 4e toon en tussen de 7e en 8e toon van de toonladder.  Tussen alle andere tonen zitten hele afstanden.

Een kleine tertstoonladder (klein) of mineur ladder heeft de halve afstanden altijd zitten tussen de 2e en 3e toon en tussen de 5e en 6e toon van de toonladder.  Tussen alle andere tonen zitten hele afstanden.

C groot, C Majeur, Do groot, Do Majeur met alle halve afstanden gemarkeerd:
C – D – EF – G – A – BC
Do – Re – Mi-Fa – Sol – La – Si-Do

a klein, a mineur, la klein, la mineur met alle halve afstanden gemarkeerd:
a – bc – d – ef – g – a
la – si-do – re – mi-fa – sol – la

Dezelfde toonladders maar nu met alle halve tonen ertussen:

C  –  C#  – D   – D#  – E   – F  – F#   –  G –   G#   – A –  A#  – B  – C
Do – Do# – Re – Re# – Mi – Fa – Fa# – Sol – Sol# – La – La# – Si – Do

A – A# – B – C – C# – D – D# – E – F – F# – G – G# – A
La – La# – Si – Do – Do# – Re – Re# – Mi – Fa – Fa# – Sol – Sol# – La

Het is ook mogelijk een toon met een halve toon te verlagen, met behulp van een mol, maar dit laten we hier even buiten beschouwing.


We kunnen een toonladder ook over meerdere octaven spelen, bijvoorbeeld over 2 octaven:

A – B – C – D – E – F – G – A – B – C – D – E – F – G – A
La – Si – Do – Re – Mi – Fa – Sol – La – Si – Do – Re – Mi – Fa – Sol – La

Je kunt het octaaf ook aanduiden met behulp van een cijfer.
Op iedere C / Do verandert de octaafaanduiding met een cijfer hoger en zit je in een hoger octaaf.
Hierboven staat de toonladder stijgend, maar wanneer je deze dalend speelt verandert de octaafaanduiding op iedere C / Do met een cijfer lager en zit je in een lager octaaf.
Bovenstaande is handig om te weten wanneer we bij het stemmen van een viool of altviool gebruikmaken van een stemapparaatje met deze octaafaanduiding.
Met dit cijfer wordt bij een stemapparaatje het aantal octaven, gerekend vanaf de meest linkse C/Do van de piano of vleugel, bedoeld.   Er bestaat echter ook een absoluut systeem voor gevorderden om de octaven mee aan te duiden, maar dat laten we hier verder buiten beschouwing.

Dezelfde toonladder met octaafaanduiding (t.o.v. piano):

A3 – B3 – C4 – D4 – E4 – F4- G4 – A4 – B4 – C5 – D5 – E5 – F5 – G5 – A5
La3 – Si3 – Do4 – Re4 – Mi4 – Fa4- Sol4 – La4 – Si4 – Do5 – Re5 – Mi5 – Fa5 – Sol5 – La5


De theorie in de praktijk brengen met onze virtuele piano:

Als je hieronder op de foto klikt, start de virtuele piano in een nieuw venster.

Bespelen doe je met je muistoetsenbord of op je scherm.

Tussen twee witte toetsen in zit bijna overal een zwarte toetsbehalve op enkele plaatsen op het toetsenbord.
Er zijn drie mogelijkheden:

  • Als er tussen twee witte toetsen een zwarte toets zit, dan is de toonsafstand tussen de witte en zwarte toets een halve toonsafstand en tussen de twee witte toetsen 2x een halve toonsafstand dus een hele toonsafstand.
  • Als er tussen twee witte toetsen geen zwarte toets zit, dan is de toonsafstand tussen de witte toetsen een halve toon, dit is alleen bij E – F / Mi – Fa en bij B – C / Si – Do over alle octaven.
  • Als er tussen twee zwarte toetsen een witte toets zit, dan is de toonsafstand tussen de zwarte toetsen een hele toon.

Beluister eens met behulp van de bovenstaande virtuele piano:

  • hoe een halve toonsafstand klinkt: bv. tussen C-C#, G-G#, A-A#
  • hoe een hele toonsafstand klinkt: bv. tussen D-E, F-G, A-B, C#-D#
  • dat een hele toonsafstand bestaat uit twee halve tonen: bv. tussen C-C#-D, F-F#-G, C#-D-D#
  • dat de toonladder van C / Do geen zwarte toetsen nodig heeft (geen verhogingen of kruisen #):
    C D E F G A B C
  • dat er een halve toonsafstand zit tussen E – F / Mi – Fa en tussen B – C / Si – Do:
  • nogmaals toonladder van C / Do maar nu met alle halve tonen ertussen (met alle kruisen #):
    C C# D D# E F F# G G# A A# B C

De theorie in de praktijk brengen op je viool of altviool:

Op een viool is het helaas allemaal wat minder overzichtelijk dan op een piano.
Dit komt omdat we maar één lange zwarte toets hebben ;o)  Je zal zelf met je vingers op het juiste punt / op de juiste toonhoogte de snaar moet indrukken.  Op een viool zitten helaas ook geen fretten zoals op een gitaar.

  • Een halve toon maak je door je vingers (bijna) tegen elkaar te zetten, er kan dan geen vinger meer tussen.
  • Een hele toon maak je door je vingers uit elkaar te zetten, er kan dan nog een vinger tussen.

Voor elke vinger is er een hoge en een lage stand.  Bijvoorbeeld de hoge en lage 2e vinger.
Het duurt wel een tijdje voor je alle vingerstanden hebt gehad en je in alle toonsoorten (met alle voortekens) kunt  spelen.

Probeer eens het volgende op je viool of altviool:

Speel op je gehoor vanaf de losse snaar steeds een halve toon hoger.
Je kan deze oefening op alle snaren doen, maar in dit voorbeeld de G / Sol snaar:
G – G# – A – A# – B – C – C# – D
Sol – Sol# – La – La# – Si – Do – Do# – Re

  • Speel de losse snaar G / Sol,
  • dan de 1e vinger laag tegen het begin van de snaar aan G# / Sol#,
  • dan de 1e vinger normaal (hoog) A / La,
  • dan de 2e vinger tegen de 1e vinger zetten A# / La#,
  • dan de 2e vinger normaal (hoog) B / Si,
  • dan de 3e vinger tegen de (hoge) 2e vinger zetten C / Do,
  • dan de 3e vinger hoog C# / Do#,
  • dan de 4e vinger tegen de (hoge) 3e vinger zetten D / Re,

Hierna kun je het bovenstaande herhalen op de volgende snaar.
Als je nog niet zo lang viool speelt heb je vast nog niet alle vingerstanden gehad en kan dit een beetje moeilijk zijn. Met name een lage 1e vinger of een hoge 3e vinger leer je pas later.
Geen zorgen, we leren de vingerstanden stap voor stap.  Nu heb je er in ieder geval al eens kennis mee gemaakt.

Naar boven